Naar binnen
Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie.
Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt.
Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over.
Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten.
Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over.
Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels.
Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg.
Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden.
Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig.
Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even.
Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld.
Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is.
En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.



