Altijd lopen
Hij liep veel rond. Erg veel. Achter zijn rollator, met zijn geruite pet op. En als je in zijn ogen keek kon je hem niet vinden. En toen mocht ik met hem aan de slag: of ik iets kon doen aan zijn onrust en zijn vele lopen?
Ik nam hem mee naar zijn kamer, waar hij het lopen voortzetten. Wat doe je dan als Cranio therapeut? Gewoon; meelopen! 5 Rondjes door zijn kamer en ik één hand op zijn rug en één op zijn buik. Toen kwam hij tot stilstand bij het raam en ontspande hij iets. Hij ging staan frunniken aan spullen en de gordijnen, maar hij stond stil. In zijn lichaam voelde ik hoe hij daar, heel voorzichtig, ook tot stilstand kwam en weer wat ging voelen.
Na deze eerste behandeling heeft hij nooit meer zo veel gelopen als toen. Ik werkte verder met hem en hij kwam steeds meer in zijn lichaam en bij zichzelf. Als ik in zijn ogen keek was hij er weer; hij keek terug en praatte met me.
Voor zijn zoon was dit een enorm cadeau: hij had al lang geen echt contact meer met zijn vader en ook vroeger was de relatie niet erg goed geweest. Hij vertelde me hoe hard zijn vader altijd was geweest en hoeveel oordelen hij altijd had over anderen. En nu? Nu zag hij een zachte, lieve man waarmee heel goed contact te krijgen was. Die al zijn oordelen los had gelaten en die, in de laatste fase van zijn leven, kon zijn wie hij was.
Ik heb zijn zoon laten zien hoe waardevol fysiek contact is met je vader met dementie. Houd zijn hand vast, leg een hand op zijn rug en ben er. Wees verbonden. Hoe prachtig was het dat dit kon en hoe dankbaar was zijn zoon voor deze laatste tijd met zijn vader. Wonden konden helen, verbondenheid kon worden hersteld.
Na enige tijd is deze lieve man overleden: in bijzijn van zijn kinderen en in alle rust. Hoe mooi is het om zo je leven te kunnen afronden: geheeld en omringd door liefde.

Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.

Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.

