Blijf luisteren
Hoewel ik veel werk met mensen met dementie in hun laatste levensfase, raakt het me toch nog geregeld als één van hen overlijdt. Hoewel ik weet en voel dat ze toewerken naar hun einde en ik ze allemaal van harte gun om rustig en zonder àl te veel bagage over te gaan, zal ik sommigen van hen ook echt gaan missen.
Gisteren kreeg ik een mailtje van een zoon van een lieve mevrouw die ik meerdere jaren behandeld heb. Zijn moeder was de dag er voor overleden en hoewel ze de laatste tijd ook lichamelijk erg achteruit ging, was het voor hem toch nog onverwacht.
Ik weet nog dat ik bij haar kwam: ze had, bovenop haar dementie, een delier gekregen na een volle narcose bij een heupoperatie.
Het bijzondere van deze mevrouw was, dat ze ondanks haar hallucinaties en verwardheid, ook oog voor mij had. “zit je wel lekker? (nee, ik zat helemaal niet lekker)” of “ga jij niet binnenkort op vakantie? (Ja, morgen!)”. Echt; ze verraste me iedere keer met een hele rake opmerking!
En zo leerde ik dat in de spraakwaterval van deze mevrouw nog heel veel te horen was.
Mensen met dementie kunnen heel veel praten en soms kun je er geen touw aan vastknopen, maar ik adviseer je toch om op te blijven letten: in één keer kan er toch ineens een woord of een zin komen, die ècht wat betekent! Waar een emotie bij hoort die je ook kan voelen in de ander. En dan ben je, heel kort, ècht in contact met iemand met dementie.
En in dat contact kun je ook iets betekenen voor de ander: je bent de getuige van een oude pijn, een nare herinnering of onverwerkte emoties. En door jouw getuigenis kan deze oude emotie weg.
Bij deze mevrouw gebeurde dat vaker: in een behandeling kwamen er geregeld woorden of zinnen langs waaronder ik de emotie van angst of verdriet kon voelen. En eenmaal gevoeld werd het opgeruimd.
Ik hoop dat deze lieve mevrouw zo opgeruimd mogelijk mocht overgaan deze week…

Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.

Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.

