Meeliften
Ik heb het hier wel vaker gehad over “meeliften”. Wanneer ik iemand met dementie in de huiskamer behandel komt er geregeld iemand langslopen of naast ons zitten, om een beetje mee te doen met de ontspanning. Ze voelen heel goed aan wat er gaande is.
Afgelopen week had ik een bijzondere ervaring: de lieve mevrouw die ik al enige tijd behandel, zat na het ontbijt heerlijk rustig in de woonkamer. Wanneer iemand zo rustig zit, ga ik haar niet verplaatsen, omdat het dan ergens anders misschien rustiger zou zijn…Ik ging dus om mijn kruk naast haar zitten en maakte contact met haar. Er was herkenning en vervolgens ontspanning in haar lichaam en ze kwam in een diepe rust.
Ondertussen zat er een hele boze mevrouw schuin achter mij. Ze ging vreselijk te keer tegen de keizer van Japan en had het over vechten, beschermen en overleven. Daarbij sloeg ze geregeld met haar 2 handen op de tafel. Hoewel ik haar niet aankeek, merkte ik dat ik ook met haar in contact was en nam haar mee in mijn ontspanning. Ze bleef boos, maar haar boosheid veranderde langzaam in verdriet. Echt rustig werd ze niet, maar ze sloeg niet meer met haar handen op tafel.
Mijn eigen lieve mevrouw dobberde heerlijk door in haar ontspanning, maar haar achterbuurvrouw ging ook een beetje mee.
Toen ik klaar was, draaide ik me om om toch even contact met haar te maken; ze praten nog wel bozig en hard, maar toen ik haar aankeek zei ze: ”dat heb je heel goed gedaan lieverd” en glimlachte naar me. Ik zei terug: ”u heeft het ook heel goed gedaan”. We keken elkaar even in de ogen en toen ben ik gegaan; onder de indruk van deze duo behandeling.
Ik ben iedere keer verwonderd hoe gevoelig mensen met dementie zijn: ze voelen alles aan wat er om hen heen gebeurt. Stress geeft bij hen stress, irritatie geeft boosheid, haast geeft onrust en ontspanning geeft ontspanning. Als omstander is het altijd weer goed om te weten dat dit gebeurt en te zorgen dat we al onze eigen stress en ellende bij de voordeur achterlaten als we binnenkomen bij mensen met dementie, zodat er zo veel mogelijk rust kan zijn.

Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.

Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.

