Groepsbehandeling...
Wat me soms gebeurt als ik iemand met dementie behandel, is dat er een ander komt meeliften.
Ik neem degene die ik behandel, als het lukt, mee naar een rustig hoekje, zodat ze wat beter kunnen ontspannen. En zo soms komt er dan een andere bewoner langs; even staan ze dan stil achter mij of naast ons; alsof ze even komen tanken. Even tot rust komen in onze energie van ontspanning.
Maar die ene keer was het wel heel bijzonder…
Die keer lukte het niet om mevrouw naar een rustig plekje te krijgen, omdat ze gingen eten. En omdat ik gewoon dáár werk waar het kan, ging ik naast haar zitten aan tafel.
En terwijl zij haar boterham at, kwam haar lichaam tot rust, zakte ze wat onderuit in haar stoel en ontspande ze.
Toen dit gebeurde voelde ik ineens dat de buurvrouw ook wat onderuit zakte en diep in-, en uitademde. Zij ook?
Ik keek naar de overkant van de tafel en de dame die daar zat, keek me recht aan; ik zag haar verdriet en haar onrust, maar na wat woorden werd ze stil en leek wat te ontspannen.
Zo overzag ik de hele eettafel en eigenlijk was iedereen op haar of zijn manier tot rust gekomen. Er werd gegeten, gefrummeld, gemummeld, maar er was een soort bubbel van rust.
Na een poosje kwam er een verzorgster binnen en vroeg zich heel verbaasd af: “wat is hier aan de hand?”. “Nou ja, zei ik; groepsbehandeling!”.
Hierna heb ik vaker gemerkt, dat als er één iemand in de kamer tot rust komt in mijn behandeling, andere bewoners ook wat ontspannen.
Dit is, mijns inziens, een mooi bij-effect van Cranio ter plekke: wat werkt voor één persoon, werkt soms voor een hele groep.
Ik behandel tegenwoordig vaker aan tafel, op een stoel in de huiskamer, op een bankje in de gang; daar waar het kan. Het mooie is: het kan! Deze mensen voelen direct mijn uitnodiging tot ontspanning en grijpen die dan. Wat is het toch een prachtige doelgroep met heel veel mooie mensen om mee te werken.

Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.

Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.

