Lichtje in het donker
De meeste mensen met dementie behandel ik in Westervoort, maar ik zwerf ook in en om Nijmegen in kleine woonvormen voor mensen met dementie. Zo kwam ik ook eens op een zorgboerderij waar zowel mensen met dementie als mensen met een verstandelijke beperking wonen. Prachtig initiatief!
Hier trof ik voor het eerst een meneer die niet alleen dementie had, maar ook een groot oorlogstrauma. Hij sliep niet ’s nachts, kroop laag over de grond en zocht dekking achter de meubels in zijn kamer. Overdag sliep hij wel wat, maar was altijd paraat.
In de hoop dat ik wat rust in zijn lichaam kon brengen werd mijn hulp ingeroepen.
Ik ging naast hem zitten en hij vond het goed dat ik hem aanraakte; hij kon goed in zijn lichaam zakken en ontspande ook. Maar dit was overdag! In de nacht bleef het onveilig en kwam het gevaar. Van alle kanten.
Of ik niet ’s avonds kon komen, werd mij wat lacherig gevraagd, dan kon hij rustig de nacht in.
Dat leek mij niet de oplossing. Deze meneer had zoveel angst en donkerte in zich; zijn oorlogstrauma was zo groot, dat hij er letterlijk ’s nachts in verzoop. Dan helpt een zachte ontspanningstechniek niet. Wat wel zou werken is om vanuit het licht, veilig en ontspannen, naar het donker te kijken en daar een lichtje te creëren dat het donker een beetje verjaagd. Dat zou ik wel kunnen doen met hem.
Dit is een heel lang proces en helaas is mij, en deze meneer, dat niet gegund. Soms wordt er toch ècht een toverstaf verwacht van mij en na 3 behandelingen besloot de familie de behandeling te stoppen. Wat ik leerde van deze meneer is dat een oorlogstrauma zo groot kan zijn, je zo kan overspoelen, dat je eerst een heel klein lichtpuntje moet creëren om daar uit te blijven en je veilig te weten. Ik weet dat ik daarbij kan helpen, maar dit kost echt veel tijd. Tijd die mensen soms niet meer hebben of tijd die ik niet altijd krijg. Geduld is een schone zaak en ik heb er massa’s van voor deze groep mensen.

Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.

Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.

