Op de drempel

“Ik dacht en hoopte dat dit moment nooit zou komen…”, zegt ze radeloos en tranen rollen over haar wangen.

Wanneer is het moment daar, dat je moeder met dementie niet meer thuis kan wonen? Wanneer al jouw goede zorgen, jouw geregel, jouw liefde en energie niet meer voldoende zijn?


Meestal gaat het sneller dan je denkt en hoopt: je moeder vindt het nog fijn in haar huis en is haar eigen controle nog voldoende om haar dag door te komen. Ze weet dat ze dingen niet mag vergeten en checkt alles de hele dag: klokken, agenda, apparaten…Vergeet ik niets? Is alles nog onder controle?

En jij als dochter kijkt over haar schouder mee; past dingen aan, corrigeert zonder dat ze het merkt, schakelt hulp in en omringt haar met al je liefde en je aanwezigheid zo vaak je kan.


En dan ineens is het niet genoeg meer. Het dementieproces kan zomaar ineens een flinke stap vooruit doen. Dit kan van fysieke aard zijn, zoals een blaasontsteking waardoor ze veel meer in de war raakt en soms zelfs in een delier raakt.

Bij een ander kan het zijn dat er ineens een schok komt in de dagelijkse gang van zaken; een overlijden van een dierbaar iemand, ineens veel onbekende mensen in je huis of een dochter die op vakantie gaat. Het is niet te voorspellen en niemand aan te rekenen, maar het gebeurt.

Je moeder voelt zich niet meer veilig in haar eigen huis; vooral ’s nachts is ze bang en weet ze niet meer wat ze moet doen. ’s Nachts ben je alleen en in het donker is de context van je leven weg. 


Het punt komt dat je een keuze voor je moeder moet maken; om een veilige plek voor haar te zoeken.

Ik zie deze dochters ook vaak in mijn praktijk; ik help ze door ze hun eigen emoties te laten voelen, hoe hun schuldgevoel, verdriet, rouw en ook wel opluchting er mogen zijn. 

Door één uur helemaal voor jou, kun je tot in het diepste van je wezen ontspannen en even stil staan bij hoe het voor jou is. Om daarna weer met al je liefde en zorg bij je moeder te kunnen zijn.


16 oktober 2025
Ik kom al enkele jaren bij hem: hij heeft Parkinson èn dementie. Ik ken hem als een snel overprikkelde man die niet meer kan vluchten voor alle herrie en mensen om hem heen en hierdoor af te toe wat overkookt. Dit doet hij in stilte; hij verstijft letterlijk, maar in zijn lichaam kookt hij over. Mijn behandeling doet hem altijd diep ontspannen: zijn lichaam laat spanning los en hij kan alle stress over al die prikkels loslaten. Maar ineens is het anders: de laatste keer dat ik bij hem was, was hij wel gestrest. Ik voelde al die spanning in zijn lijf. Maar…hij was niet overprikkeld en kookte ook niet over. Heel stilletjes en langzaam was hij de volgende fase van dementie ingegaan: hij trok zich terug binnenin zichzelf en sloot zich af voor al die prikkels. Ik moest goed zoeken in zijn ogen om hem te vinden en ook in zijn lichaam voelde ik hem slechts heel ver weg. Mijn “behandeldoel” veranderde zo: van diepe ontspanning en afvoer van overprikkeldheid, werd het diepe ontspanning en hem weer vinden. Hem laten voelen dat hij nog niet weg is, maar dat ik hem zie en voel. Heel langzaam werd hij wat alerter, keek me aan en was weer wat aanwezig. Zijn vrouw die er bij zat, zag het ook: daar is hij weer even. Hoe verdrietig ook: deze naar binnen gekeerde fase is weer een stap achteruit. Het zich terugtrekken van deze wereld en op weg naar een volgende wereld. Voor mij als Craniosacraal therapeute was het mooi om te voelen, dat ik ook hierin een rol heb en iets kan doen. Hem laten voelen dat hij nog gezien wordt: dat hij er nog is. En voor zijn vrouw fijn om weer in zijn ogen te kunnen kijken en hun liefde daar te voelen.
10 april 2025
Waarom zorgen Mantelzorgers nooit goed voor zichzelf? Waarom denken ze dat zij pas aan de beurt zijn als de ander helemaal verzorgd is, ook als dat nooit is? In mijn praktijk waar ik veel mensen met dementie behandel, spreek ik vaak mantelzorgers. “Zorg je ook wel goed voor jezelf? En anders kom jij ook eens hier op de bank liggen? “, maar ze komen nooit. Ze hebben er geen ruimte voor; niet in hun agenda, niet in hun hoofd en zeker niet in hun lijf. Hoewel de cijfers er niet om liegen: mantelzorgers hebben veel kans op burn out, depressie en allerlei ziektes. Allemaal gekoppeld aan enorme stress! Als je langdurig voor iemand zorgt staat je stress systeem altijd aan: je bent continu alert en gericht op de ander. Wat wordt er van mij gevraagd? Waar moet ik handelen? En als je dan een keer een uurtje voor jezelf hebt, heb je geen idee wat je zou kunnen of willen doen. Dit doet het stress systeem met je: als je altijd áán staat werken je oplossingsgerichtheid en je relativeringsvermogen niet goed meer. Mantelzorgen is één van de zwaarste taken die ik ken. En het liefst gun ik ze een uurtje bij mij op de bank om hun stress systeem wat te reguleren: door diepe ontspanning van het lichaam kan de AAN knop heel even uit en kan het lichaam zich wat herstellen. Hoe kan ik de mantelzorger ondersteunen in hun zware taak? Heb jij een idee? Ik hoor het graag.